Naar Banjul met de veiling als slotstuk.

23-02-2014 15:14

Op 20 feb. bezoeken we Dakar met de bus. De gids waarschuwt ons al dat het daar erg druk en vol is, en dat klopt. Bovendien trekt zo’n groepje hollandse kaaskoppen allemaal foute helpers aan die je constant aanspreken. We bezoeken een lokale kledingfabriek maar laten de shirts maar voor wat ze zijn. 


Daarna een kroeg. Daar worden we even goed opgelicht. We vragen naar de prijs van een biertje (1200 franc, ca. 2 euro voor 0,65l). Lijkt ons redelijk tot we zien dat achter de bar een prijslijst hangt waarop staat dat het maar 200 franc kost. Hoewel we die hogere prijs gewoon betalen start onze gids bij vertrek nog een stevige discusie met de eigenaar van de kroeg dat hij op deze manier de toeristen wegjaagt.

Op 21 februari rijden we de laatste etappe, van Dakar in Senegal naar Banjul in Gambia. Bij Banjul varen normaal 4 ponten. Maar helaas zijn er nu 3 defect, zodat er maar 1 over is. En die heeft ook veelvuldige storingen, de wachttijd schijnt inmiddels te zijn opgelopen naar meer dan 4 uur. 

Het alternatief is 4 uur omrijden naar Farafenni, waar de rivier veel smaller is en wordt overgestoken met een kleine pont die wel betrouwbaar is. Uiteindelijk kiezen we voor die lange route. In totaal 450 km. over soms zeer slechte wegen, hoewel ze met een dikke rode lijn op de kaart staan. Daarbij komt ook de grensovergang van Senergal naar Gambia, dus we doen 13 uur over de rit.

De route duurt eindeloos met veel oude vrachtwagens die vaak maar stapvoets rijden. Op een gegeven moment worden we bij een politiepost aangehouden. We hebben een vrachtauto ingehaald over een doorgetrokken witte lijn is de beschuldiging aan ons en de twee auto’s achter ons. Hmm. Zou kunnen kloppen. Dat gaat 12.000 Senegal Francs per auto kosten, en de rijbewijzen moeten we vast afgeven. Gelukkig zijn we wel zo handig alleen het internationale rijbewijs te geven. Da’s toch 17 euro per auto. Gerard-Jan van de achterste auto gaat eens even kletsen. Resultaat is dat hij zijn winterjas ruilt voor de rijbewijzen, zodat we weer door kunnen. Ach als we terugkomen in Nederland is de winter toch al bijna over.

De weg gaat vaak nog dwars door de dorpen heen, en dat is wel erg leuk om te zien. Afrika is enorm kleurrijk. We zien overal mensen met mooie gewaden. En ook hier loopt het vee overal gewoon direct langs de weg, dus steeds goed uitkijken voor koeien en geiten die zo vanuit de berm de weg op lopen. Dat zullen we ook wel weer missen in Nederland. Vooral het laatste stuk weg naar de grens met Gambia is heel erg slecht. Soms erger dan de piste wegen in Marokko. De gaten in het asfalt zijn enorm, we zien twee keer dar er een vrachtwagen door is gekanteld, zodat die kapot naast de weg ligt. 

Met de auto is het dus steeds slalommen om die gaten heen, en vaak overschakelen naar de het pad dat is ontstaan naast de weg en ook erg slecht is. En dan rijden we dus wel op de N4, de doorgaande weg naar het zuiden. Auto’s hebben hier veel te lijden en het tempo ligt erg laag.

Rond het middaguur passeren we de grens naar Gambia. Weer de inmiddels gebruikelijke rituelen met papieren, loketten en ongeveer 2 uur werk dankzij de hulp van een Nederlander die al jaren in Gambia woont, Arthur van Aalst. 

Na de grens volgt al snel de pont en kort daarna is er ineens weer een goede asfalt weg, helemaal tot aan Banjul waar we tegen de avond aankomen. Vanaf de grens rijdt een gids met ons mee. ’s Avonds worden Aart en ik nog geinterviewd door de Gambiaanse televisie. 

De uitzending moet op Youtube staan, als we die te pakken krijgen dan zal ik het linkje bij de blog toevoegen. Gambia (Kololi) is trouwens erg toeristisch. Het klimaat in februari is lekker, en het wemelt er van de hollanders, sinds Corendon goedkope vluchten naar de zon hier aanbiedt. We kunnen hier zelfs bij Eddy's hollandse snacks bestellen.

Het bijzondere aan de Challenge is toch wel dat de reis behalve het halen van de bestemming nog zo’n duidelijk doel heeft: de veiling van de auto’s voor het goede doel. Zaterdag de 22e staat in het teken van het leegruimen van de auto. We gaan langs de Kairaba Nuserey School. Daar geven we alle spullen af die we vanuit Nederland hebben meegenomen. 

 Ze willen ook dolgraag alle andere zaken zoals de krat met het restant aan eten, de kookspullen en het oude gereedschap hebben. We krijgen een rondleiding met uitleg bij de school. Ze vertellen dat een van de dingen die ze doen is om kinderen van de omliggende boerderijen mee te nemen op excursie. Die kinderen hebben vaak nog nooit in een auto gezeten, en nog nooit een asfaltweg gezien hoewel we maar 25 km. van de hoofdstad Banjul zitten. Een keer daarheen op excursie is dus al een enorme ervaring voor ze.

De dag erna, de 23e is de veiling. Verzamelen voor kijkers om 10:00 bij het stadion, waar vanaf 11:00 de veiling start. Er zijn 17 auto’s te verkopen. Onze Benz doet het redelijk, de opbrangst is 62.000 Dalasi (ca. 1300 euro). 

Aangezien er contant moet worden afgerkend en het grootste biljet 100 Dalasi is (2 euro), gaat het meteen om hele stapels en tassen met geld.

De nieuwe eigenaar is er blij mee, en wij gaan met een taxi terug. Vreemd idee dat we nu de auto kwijt zijn die het zo trouw gedaan heeft de hele reis. Daarmee sluiten we de reis wel in stijl af. Morgen vliegen we naar huis terug, klaar om vrouw en kinderen weer in de armen te sluiten. En natuurlijk om alle familie, vrienden en collega’s weer te spreken die hebben geholpen om deze mooie reis mogelijk te maken.